De Ongerepte Natuur-reeks is een Libertaanse reeks van avonturenverhalen die in drie delen verschenen is en van de hand van schrijver Eliah Gréco komt. Het is een heldenepos in drie delen, een trilogie die draait om de drie broeders die met hun zuster vanaf jonge leeftijd leven te midden van een Eskimostam, en daarvan deel gaan uitmaken daar zij niet beter weten. Met het verstrijken der jaren passen zij zich uitstekend aan hun leefomstandigheden aan, en leren zij de vaardigheden die ze nodig hebben om te overleven in het harde leven van de Siberische toendra. De reeks omspant een tijdspanne van honderd jaar: het eerste verhaal speelt zich af in een tijdspanne van zo'n vijftien jaar en ook het tweede deel, en het derde deel vervolgens weer, om in een proloog de lezer ten slotte nog een blik in de verdere toekomst te laten werpen.
Het eerste deel van de reeks verscheen begin 2009, Ongerepte Natuur: Vier Vreemdelingen, maar er gingen naar verluidt wel zeker een tiental jaren van voorbereiding aan het werk vooraf. De schrijver zou zelfs gedurende langere tijd onder de Eskimo's hebben geleefd omdat hun leefwijze het beste onder woorden te brengen zou zijn als de toegewijde en bezielde schrijver haar zelf had kunnen ervaren. Het tweede deel, het zowaar nog langere Ongerepte Natuur: Stammenoorlogen, verscheen laat in 2010, en het derde en laatste deel van het grootse heldenepos wordt verwacht ergens in 2011 te verschijnen. Daarmee zal een einde komen aan het grootste en meest epische literaire werk dat Libertas ooit zag. De vele fans van de reeks hebben al op diverse fora lopen te speculeren over de afloop, maar Gréco, die naar verluidt dag en nacht doorschrijft aan het derde een laatste boek, heeft enkel losgelaten dat de finale "spectaculair, schitterend, droevig, mooi, groots en ontroerend" zal zijn. Momenteel wordt hard gewerkt aan een verfilming. Het budget is, net als de verwachtingen in binnen- en buitenland, hooggespannen.
Personages[]
Kundjuk[]
Kundjuk is het oude stamhoofd in het eerste deel van de serie. Hij is de vader van zijn latere opvolger Ma'cjik en diens zuster Ílen. Hij is de grootvader van Hakailán en de overgrootvader van Makejuk. Kundjuk is een wijze en een verstandige oude man, die vasthoudt aan de oude tradities en waarden van de stam waarin hij opgroeide, maar die tevens over een goed karakter beschikt en verstandig genoeg is om mee te gaan in nieuwe ideeën als die hem goed toeschijnen. Hij is het die erop toeziet dat de vier vreemdelingen een goede verzorging krijgen wanneer zijn zoon hen in de stam brengt. Hij sterft in het tweede boek, om snel door zijn ongelukkige weduwe Pametke te worden gevolgd.
Ma'cjik[]
Ma'cjik is de oudste zoon van Kundjuk en de broeder van Ílen. Hij is in het eerste deel van de reeks de aangewezen opvolger van zijn bejaarde vader, en hij is tevens de man die erop aandringt bij het oude stamhoofd om de vier vreemdelingen in de stam op te nemen. Wanneer zij zijn opgenomen is hij het die erop toe ziet dat zij een fatsoenlijke opvoeding krijgen en dat ze wegwijs worden gemaakt in de gebruiken van hun nieuwe thuis. Als zijn vader sterft is Ma'cjik de aangewezen opvolger, en hij stelt veel vertrouwen in de door hem getrainde N'lokir, die hij veel eervolle taken laat uitvoeren en veel vertrouwen geeft. Onder Ma'cjik is de jonge blonde stamgenoot diens tweede man, met name wanneer hij de jonge jager een belangrijke expeditie westwaarts laat leiden op zoek naar nieuwe grondgebieden en andere stammen. Hij verkiest N'lokir boven zijn eigen schoonzoon Vendrir, die hem erom veracht, en zelfs boven zijn eigen zonen en breekt hiermee met de tradities van de stam, tot schok van de andere Eskimo's. Wanneer Ma'cjik wordt gedood, wijst hij met zijn laatste adem N'lokir aan.
N'lokir[]
N'lokir is de oudste van de vier vreemdelingen die door de Eskimo's zo liefdevol worden opgenomen in hun stam. Hij geeft er al jong blijk van over de eigenschappen van een goede jager te beschikken, en weet zich al op zestienjarige leeftijd te bewijzen als een waardige jager door een grijze wolf te doden. Hij wordt omschreven als een lange, slanke man met een blonde baard en lange woeste haren. In zijn jonge jaren is hij soms onbesuisd en onbeheerst, maar hij groeit uit tot een verstandige en een sterke man die een groot gevoel van verantwoordelijkheid heeft voor zijn volk en zijn familie, met wie hij een dichte band voelt. Na de dood van Ma'cjik, wiens tweede man en vertrouweling hij gedurende de tien jaren van diens heerschappij was, neemt N'lokir diens plaats in als de opvolger van de stam, in plaats van de zonen van het oude stamhoofd. N'lokir blijkt een waardig stamhoofd te zijn en behoedt zijn volk voor veel onheil door de boze machten die hen bedreigen tegemoet te treden en met hun eigen wapens te verslaan. Vader van Makejuk en vier andere kinderen, echtgenoot van Hakailán en schoonzoon van Ílen.
Hakailán[]
Hakailán is de dochter van Ílen en de kleindochter van Kundjuk, ze is het nichtje van Ma'cjik en de vrouw van N'lokir. Tevens is ze de moeder van Makejuk, en naast hem nog vier andere kinderen. Hakailán wordt beschreven als een aantrekkelijk meisje en later als een aantrekkelijke vrouw. Ze heeft een mooi gezicht, lang zwart haar en weelderige rondingen. Zij wordt als zeer mooi en knap beschouwd door de leden van de stam, maar is ook deugdzaam en verstandig en geeft, mits daarom gevraagd, advies aan haar man. Vanwege het grote respect dat N'lokir voor zijn vrouw koestert en de wijsheid van haar woorden neemt hij haar adviezen niet zelden mee in zijn besluiten, en deed dit al voordat hij het stamleiderschap overnam. Gezien haar positie als vrouw, kleindochter en nicht van stamhoofden en als moeder van een toekomstig stamhoofd, geniet Hakailán groot respect onder Eskimo's.
Ílen[]
Ílen is de dochter van Kundjuk en de zuster van Ma'cjik, ze is de moeder van Hakaílan en de schoonmoeder van N'lokir, haar oudste kleinzoon via haar dochter is Makejuk. Ílen is een grijze en waardige dame, wiens voorheen ravenzwarte haar met het verstrijken der jaren sneeuwwit en dun is geworden. Haar ogen zijn opvallend licht van kleur en ze heeft fijne trekken. Ílen is een personage dat in de verhalen veelal op de achtergrond blijft maar als één van de oudste vrouwen van de stam en als dochter, zuster en schoonmoeder van een stamhoofd is ze op grond van haar afkomst mogelijk de hoogst geplaatste vrouw in de stam. Aan het einde van het eerste verhaal loopt ze tegen de zeventig aan.
Makejuk[]
Handamen[]
Handamen is de jongste broeder van N'lokir en Mantrussir. Hij is de grootste en de sterkste van alle jagers en staat bekend om zijn kundigheid met de werpspeer en met de harpoen, een wapen voor de walvisjacht waarmee de blonde reus ook op land mee over weg kan. Handamen is ondanks zijn grote fysieke kracht en grote omvang een zachtaardige familieman binnen de beslotenheid van zijn eigen iglo, stam en volk.
Mantrussir[]
Qutsi[]
Vendrir[]
Vendrir maakt zijn intrede in het tweede deel van de reeks, als de ambitieuze en zure schoonzoon van Ma'cjik en is op grond van zijn familierelatie met het stamhoofd een hooggeplaatst man, op gelijke voet met de zonen van het stamhoofd. Wanneer bij een belangrijke missie Ma'cjik breekt met de tradities van de stam en besluit om N'lokir, die een veel bekwamer man en een betere jager is, de leiding te geven passeert hij daarmee Vendrir, die zwaar is beledigd en de schok nooit meer helemaal te boven komt. Vendrir trekt zich steeds meer terug en wil niet meer bij de stam horen; hij is boos en beledigd en wil niets met hen te maken hebben. Na terugkeer in de nederzetting neemt hij wraak op N'lokir de vrouw van diens bloedbroeder Mantrussir, Davna, in zijn bed te lokken. Terwijl ze de liefde bedrijven worden ze betrapt en vervolgens verstoten uit de nederzetting. Hierna ontbreekt van Vendrir en Davna ieder spoor. Jaren later blijkt hij het, met Davna aan zijn zijde, tot stamhoofd van een afgelegen stam te hebben geschopt. Diverse stammen onder zich verenigend, heerst hij met ijzeren hand over vier verschillende volkeren als een wrede alleenheerser. Aan de heerschappij van Vendrir komt een einde wanneer zijn krijgers op zoek naar nieuw gebied op die van Ma'cjik en N'lokir stuiten, die na enige strijd besluiten de vijand aan te vallen en uit te roken. De door Vendrir opgerichte stad wordt platgebrand en Mantrussir doodt Vendrir ten slotte met een speer, waarna er wederom vrede heerst onder de bewoners van de ijzige toendra.
Davna[]
Verfilming[]
Een verfilming van het eerste deel van de reeks staat in de planning.