Edith Margaretha Stibbe (3 juni 1914 - 28 oktober 1993) was een Libertaanse filosofe en schrijfster. Haar bekendste werken zijn Kom erop (1958) en Op een dag nam ik de tram (1974).
Biografie[]
Stibbe groeide op in een arbeidersgezin in Wikistad. Edith kreeg een studiebeurs aan de Vrije Universiteit van Wikistad en studeerde hier moderne geschiedenis. Na haar studies werkte ze een tijd als lerares op het Athenaeum Vicistad. Vervolgens werkte ze als secretaresse bij GLM.
Stibbe publiceerde zelf haar eerste boek in 1948. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verloor ze enkele vriendinnen op continentaal Europa die voor de Vrijheidsbeweging in het verzet zaten. Hierover gingen haar eerste werken, die met behulp van haar voormalige professor aan de VUW, Richard Van Vliet, werden gepubliceerd. Latere werken van Stibbe zouden een meer filosofische inslag hebben. Zo schreef ze in Sterfelijk onsterfelijk (1954) dat ze geen feminist was, maar in Misverstanden (1956) schreef ze het tegenovergestelde.
Als filosofe wordt Edith Stibbe tot de existentialistische filosofen gerekend. Ze schreef over verscheidene thema's en levensvragen zoals het doel van het leven en de rol van de maatschappij en over zelfontplooiing en over vrouwen. Haar boeken werden bij de links-activistische uitgeverij Globaal gepubliceerd. Ze schreef ook honderden essays, die op het einde van haar leven werden uitgegeven. Na 1968 beschouwde Stibbe haarzelf als "een activist, sociaal denker en gepassioneerd vrouw". Haar bekendste werk, Op een dag nam ik de tram, verscheen in 1974. Het is een verhaal waarin haar bekendste en krachtigste uitspraken gebundeld zijn. Dit boek heeft een semi-autobiografische inslag en is één van de populairste boeken uit de Libertaanse literatuurgeschiedenis.
In de jaren '70 en '80 gaf Edith Stibbe ook regelmatig kritiek op het politiek wezen. Ze schreef columns voor De Gazet, maar werd ontslagen nadat ze tijdens een interview beledigend sprak over eerste minister Chris Wolters. In 1988 trok ze zich terug uit het publieke leven. Ze overleed in 1993 in een rusthuis in Wikistad.